Geadopteerd

Op 8 februari 1998 ben ik geboren. Niet ergens in een Nederlands ziekenhuis, maar ruim 2800 km verderop in een geboortekliniek in Oeljanovsk. Een stad gelegen aan de rivier de Wolga, in het binnenland van Rusland en ongeveer 900 kilometer ten zuidoosten van Moskou. Mijn moeder was toen 40 jaar, ik was haar eerste kindje en het was een loodzware bevalling. Althans dat heb ik haar niet zelf kunnen vragen, maar dat staat beschreven in de adoptiepapieren. Ook staat er beschreven dat mijn moeder niet in staat was om voor mij te zorgen. Ze lijdt sinds haar 17de aan paranoïde schizofrenie en verblijft daarom regelmatig in een psychiatrische kliniek. Na de geboorte heeft mijn oma, haar moeder, de voogdij over mij gekregen. Mijn opa was toen al ernstig ziek en stierf later dat jaar. In haar eentje kon mijn oma de zorg van mij niet op zich dragen en besloot daarom mij ter adoptie af te staan. Ik kwam in een kindertehuis in Oeljanovsk terecht en alle contacten met mijn biologische familie werden verbroken.

 

Eerste nacht als broer en zus in Oeljanovsk

 

Ruim twee jaar later, op 19 maart 2000, ben ik samen met nog een ander jongetje geadopteerd door mijn Nederlandse ouders. Zijn naam is Sergei en hij verbleef in dezelfde groep in het kindertehuis. Hij was toen drie jaar oud. Hoewel wij biologisch geen familie zijn, werd hij die dag mijn broer en zo voelt hij als de dag van vandaag nog steeds voor mij. We zijn totaal verschillend, maar delen toch heel veel samen. De adoptie heeft bij ons beiden voor het nodige verdriet gezorgd en hij begreep dat als geen ander. Naast dat we dezelfde achternaam dragen, delen we ook onze adoptie en dat schept verbondenheid. We hebben dezelfde reis gemaakt en werden in november 1999 toegewezen aan onze ouders. In eerste instantie zouden zij kinderen uit Polen adopteren, maar mede door de destijds lange wachtlijsten, kwam Rusland in beeld. Dat mijn ouders via een omweg uiteindelijk bij ons zijn terechtkomen, valt nauwelijks voor te stellen. Rusland is nu niet het adoptieland per uitstek. Zo zijn de kinderen die uit Rusland door Nederlanders zijn geadopteerd op twee handen te tellen. Daarbovenop komt dat buitenlandse adoptie eind maart 2000 is gestagneerd. Dat was kort nadat mijn ouders mijn broer en mij hebben geadopteerd.

 

De eerste ontmoeting met mijn adoptieouders in het kindertehuis in Oeljanovsk. (11 maart 2000) 

Ik voel mij dan ook ontzettend bevoorrecht. In tegenstelling tot andere kinderen uit hetzelfde kindertehuis, hebben wij wel de kans gekregen op een mooie toekomst. Ik heb daarom altijd het gevoel gehad dat ik iets van mijn leven moet maken. Dat ik er alles uit moet halen, omdat ik mij realiseer dat ik zoveel geluk heb gehad. Vanaf de eerste ontmoeting in het kindertehuis in Oeljanovsk hebben mijn ouders ons in hun hart gesloten en ons een thuis gegeven. Ze hebben ons met dezelfde liefde en warmte opgevoed als ieder andere ouder. Ze hebben ons altijd verteld over onze adoptie, maar voor mij zijn zij mijn ouders. Zonder enige twijfel. Hun openheid naar ons, heeft onze band alleen maar versterkt. We spraken er regelmatig over en hoe ouder ik werd, hoe vaker zij mij op mijn vragen een antwoord schuldig moesten blijven.